De avonturen van Max(i)

Kijk, hier sta ik trots op de foto. Mijn vrouwtje Sabine heeft mij op de foto laten zetten. Ze kan mij elke dag zien omdat de foto in een mooi lijstje aan de muur hangt.

Mijn moeder (de 13-718) was een prachtige vetblauwe duif die heel veel prijzen voor haar baasje heeft gewonnen. Ze mocht dan ook mee met de verhuizing van Neede naar Hengelo. Vorig jaar januari was het zover en is mijn moeder met veel vriendjes en vriendinnetjes verhuisd naar het mooie nieuwe hok in Hengelo. Daar was mijn moeder de eerste vrouw die op twee eitjes zat te broeden. Wouw, wat was ze trots toen er jonkies uit de eitjes kropen. Het waren mijn zusjes, de 441 en 442.
Maar toen haar twee mooie jongen groter werden kwam haar wens naar boven om weer een nieuw nestje te maken met een paar eitjes. Ze deed erg haar best maar bij het eerste eitje kwam niet alleen het eitje naar buiten maar ook het deel waardoor het eitje naar buiten wordt gebracht. In dat eitje zat ik. Helaas, mijn moeder heeft het niet overleefd.

In het achterste eitje met de vele vlekken zit ik.


Het eitje verhuisde naar Sabine waar het onder mijn nieuwe vader en moeder “Dot en Spot” werd gelegd. Mijn nieuwe moeder had maar 1 goed eitje gelegd, dus was er een plekje vrij voor mij. Hieronder zien jullie mij samen met mijn nieuwe vader en moeder, in het mooie hokje waarin ik ben geboren.

Dot en Spot mijn nieuwe moeder en vader.


Wouw wat was Sabine trots toen ik samen met mijn andere zusje uit de eitjes kroop. Wij waren de eerste jongen die Sabine bij haar thuis kreeg.

Hier ben ik net uit mijn eitje gekropen.
Mijn zusje Mini probeert hier uit haar eitje te kruipen.

Mijn nieuwe ouders waren heel trots en ze voerden mij zoveel dat ik haast geen pap meer kon zeggen. Ik groeide samen met mijn zusje als kool. Elke dag kwam Sabine ons verzorgen en aaien en vertelde ze ons een leuk verhaaltje. Ook werden wij bijna dagelijks door Sabine op de foto gezet. Tjonge tjonge wat groeiden wij hard. Sabine heeft mij Max genoemd en mijn zusje heette Mini. Hihi, in het begin wisten ze nog niet dat ik een vrouwtje was….later hebben ze mijn naam toch maar veranderd in Maxi.

Het grotere jong ben ik en het kleinere jong is mijn kleine zusje Mini.
Ik kreeg ring 19-549 om en mijn zusje Mini 19-550.


Toen mijn zusje en ik zelf konden eten en drinken, zijn we verhuisd naar het mooie grote nieuwe hok van mijn nieuwe baas, waar ik eerder ook als eitje gelegd werd.

Ons nieuwe hok.

We kregen veel vriendjes en vriendinnetjes en we hadden de grootste lol. Sabine kwam heel vaak bij ons op bezoek en bracht voor ons pinda’s mee. Nou, die pinda’s waren voor ons telkens weer een extra gebakje, wat waren ze lekker! Telkens als Sabine kwam ging ik en mijn zus Mini op haar zitten en pikten aan haar oren of neus. Meestal kregen we dan wel een pinda extra.
Op zekere dag heeft mijn baasje ons allemaal in een grote mand gestopt en heeft hij ons een klein stukje weg gebracht en daarna weer los gelaten. Het was heel spannend in de mand en ik was blij dat ik mocht vliegen. Gelukkig was het vlak bij ons huis. Toen ik hoog genoeg in de lucht zat kon ik mijn mooie hok reeds zien liggen. Sabine was er om ons binnen te halen en ze vertelde dan dat ze heel blij was dat ik weer terug was. Meestal kreeg ik dan ook een lekkere pinda. Samen met mijn vriendjes en vriendinnetjes zijn we vorig jaar 4 keer in de mandjes gepakt en een stukje weg gebracht.

Hier wordt ik met mijn vriendjes en vriendinnetjes 1 voor 1 gelost.


Later ging mijn baasje op vakantie en heeft Sabine samen met haar man Maurice ons dagelijks eten en schoon water gegeven. Vaak speelden wij met Sabine en soms zaten er wel 5 duifjes op haar. Sabine vertelde ons dat als het baasje weer terug was van vakantie wij dan weer in de mandjes zouden gaan en een stukje naar huis mochten vliegen. Helaas was er toen heel veel regen en een stoute roofvogel die ons graag zou willen op eten, dus konden wij niet meer worden weg gebracht in de mandjes.
In februari van dit jaar mocht ik zelf met een mooie man een nestje bouwen. Maar ik had er nog niet veel zin in en had mijn eigen plekje gevonden in het hok. Daarna heeft mijn baasje alle vrouwtjes bij elkaar in het hok gedaan en mochten wij dagelijks naar buiten om te gaan vliegen. Zodoende konden wij mooi oefenen om steeds langer te kunnen blijven vliegen. Na alle regen in de winter en voorjaar kwam eindelijk de zon te voorschijn en werd het lekker weer.

We genoten volop van het zonnetje en de lekkere temperaturen.

Hebben jullie een pinda voor mij?

Toen heeft ons baasje ons weer in de mandjes gepakt en weggebracht naar Hengevelde. Het was heel spannend, we werden 1 voor 1 los gelaten en ik moest wachten totdat ik ook aan de beurt was. Ik kreeg nog een aai over mijn hoofdje van mijn baasje en hij zei dat ik gauw naar huis moest gaan. Hij liet mij los en snel ging ik de lucht in om te kijken waar ik was.
Gelukkig trof ik meteen al een aantal vriendjes en vriendinnetjes in de lucht aan die ook al aan het kijken waren welke kant we op moesten vliegen. We zijn gezamenlijk naar huis gevlogen waar Sabine ons al stond op te wachten met een lekkere pinda. Mijn baasje was heel tevreden met ons en hij was blij dat we ons hok weer hadden gevonden.

Sabine komt zo vaak mogelijk bij ons om met mij te kunnen spelen.

Een aantal dagen later heeft ons baasje ons in Groenlo losgelaten en ook daar had ik het geluk dat ik samen met wat vriendjes en vriendinnetjes, welke ik onderweg in de lucht was tegengekomen, naar huis kon vliegen.

Een week later gingen we weer in de mandjes naar Hengevelde, waar we weer 1 voor 1 werden los gelaten. Gelukkig kende ik de weg naar huis nog van de vorige keer. Wat was ik weer blij om Sabine te zien en ik ging mooi op haar hoofd zitten. Sabine was ook blij en vertelde dat ik het goed gedaan had en gaf mij een lekkere pinda.

Sabine met mijn vriendjes en vriendinnetjes.

De week daarna kregen we van ons baasje te horen dat hij ons naar Zieuwent zou brengen voor een tijdrace. Hij zou van elk vriendje of vriendinnetje de tijd noteren wanneer ze gingen vliegen en bij thuiskomst werd ook weer de tijd genoteerd. Hierdoor kon ons baasje zien hoeveel minuten en seconden wij er over gedaan hadden om naar huis te vliegen. Ik deed extra mijn best en had geluk dat ik samen met wat vriendinnetjes naar huis kon vliegen. Mijn tijd was exact 25 minuten. Het bleek de vierde snelste tijd te zijn van alle 47 vrienden en vriendinnetjes. Ik kreeg zelfs een extra pinda van Sabine, zo trots was ze op mij.

Ik sta op de 4de plaats en mijn kleine (stief) zusje Mini is zelfs 2de. Mijn andere zusjes staan op de plekken 1 en 3.

Daarna zijn we nog een keertje door mijn baasje naar Hengevelde gebracht voordat we met een hele grote wagen mee mochten naar Kalkar. Toen die dag was aangekomen heeft mijn baasje ons allen in de mandjes gepakt en naar het verenigingsgebouw gebracht waar de grote wagen ons zou komen ophalen. Het was een heel groot gebouw en ons baasje pakte ons 1 voor 1 uit de mandjes en werden we in grote container manden gepakt. Ze waren zo groot dat er wel 26 duiven in konden. Het was heel onrustig in de container manden omdat iedereen zenuwachtig was over wat er ging gebeuren. Toen hoorden wij de grote vrachtwagen aankomen en werden wij mandje voor mandje in de container geschoven.

Hier wordt ik in de vrachtwagen gezet.

Ik had nog nooit zoveel duiven bij elkaar gezien, tjonge tjonge het waren er wel 5.000 bij elkaar. Daarna ging de vrachtwagen rijden en bracht ons naar Kalkar. Het werd al donker en wij hebben geprobeerd om nog wat te gaan slapen, maar dat was nog knap lastig met 26 duiven in 1 mandje.

De volgende ochtend was het prachtig weer met mooie blauwe luchten en een paar witte stapel wolkjes. Ik was zeer benieuwd wanneer onze mand open zou gaan en ik weer terug naar huis zou kunnen vliegen. Plotseling begon er een meneer af te tellen van 5, 4, 3, 2 naar 1. Toen ging de klep van onze mand open en konden wij naar buiten.

Daar ga ik de lucht in.

Maar wat een kabaal, alle mandjes gingen gelijk open en wel 5.000 duiven gingen de lucht in. Ik had moeite om een plekje te vinden in de lucht en moest oppassen dat ik geen andere duif raakte. Het waaide behoorlijk dus ik moest goed sturen met mijn vleugels en staart. Maar we gingen met wel zo’n 1.000 duiven op weg naar ons huis. We hadden de wind behoorlijk achter en ik geloof dat ik wel 100 kilometer in het uur vloog, zo hard ging het. Het was heel mooi wat ik onderweg allemaal zag, mooie dorpjes met kerken, zelfs een pretpark en leuke rivieren. De groep werd steeds kleiner en ik zag heide velden en veel bossen met boerderijen. Toen ik om mij heen keek zag ik dat ons groepje nog maar uit een twintig duifjes bestond. Maar wat zag ik nu in de verte? Allemaal water, zover je kijken kon!

Oeps foute boel ik zit helemaal verkeerd.

Toen besefte ik dat ik veel te veel had gelet op de mooie wereld onder mij en dat ik vergeten was om de juiste weg naar mijn huis aan te houden. Dat water moesten we niet over dus zijn we bijgedraaid en weer terug gevlogen naar mijn baasje. Maar wat waaide het hard en nu moest ik tegen de wind in vliegen. Het ging zo zwaar en ik werd zo moe dat ik even gestopt ben op het dak van een boerderij om te rusten. Gelukkig zag ik een vijver met water waar ik uit kon drinken. Bij de boerderij lag nog wat voer met wat mais erin zodat ik ook nog iets te eten had. Aangezien het donker werd en ik nog veel te moe was, heb ik besloten om daar de nacht door te brengen. De volgende ochtend ben ik weer gaan vliegen maar het waaide nog steeds stevig waardoor ik niet veel opschoot. Ik werd zo moe dat ik in een tuin bij mensen met paarden gestopt ben.
Wat had ik een spijt dat ik niet op tijd opgelet had om de juiste weg naar huis te nemen. Nu moest ik een hele grote omweg maken en maar zien dat ik aan iets te eten kwam. Elke dag, vooral in de ochtend of avond als de wind wat minder was, vloog ik een stukje naar huis. Zo heb ik overnacht op een kerk, een kantoorpand, bij een molen en onder een brug.

Ik was niet alleen onder de brug.

Af en toe vond ik iets te eten maar ik hield elke dag wel honger. Toen op een dag was de wind van de andere kant gaan waaien en had ik de wind mee, zodat ik wat makkelijker naar huis kon vliegen. Na ruim anderhalve week
terugvliegen ging ik aan het eind van de dag opnieuw aan het vliegen om het laatste stukje naar huis af te leggen. Ik zag al bekende gebouwen en het Twentekanaal waardoor ik wist dat nu vlak bij huis was. Ik maakte een duikvlucht en scheerde vlak over de daken voordat ik lande op het dak van het zwembad bij ons duivenhok. Mijn baasje stond mij reeds op te wachten met een vreemde meneer. Hij was erg blij mij te zien en heeft mij meteen een volle bak lekker voer gegeven. Zo, wat had ik een honger en wat was ik moe. Mijn baasje bekeek mij en vertelde mij dat ik veel was afgevallen en dat hij ervoor ging zorgen dat ik weer fit werd.
Daarna kwam ook een blije Sabine om mij te vertroetelen en om mij pinda’s te voeren. Wat waren die lekker en wat had ik die gemist!

Ik ben net terug en krijg lekker te eten.

Later vertelde mijn baasje dat ik voorlopig niet meer op reis hoefde en dat ik eerst een eigen nestje mag bouwen, voordat ik weer op reis kan. Nou wat was ik blij dat te horen.
Nu ga ik eerst even bijpraten met al mijn vriendjes en vriendinnetjes die ik bijna twee weken niet heb gezien.

Zo praatte Sabine elke dag met ons.