09-06-2023 Als de mussen van het dak vallen. (Willem Mulder / Special, ivm het tropische weer)

De winter was lang en het regende bijna dagelijks. Dat zijn we nu al lang weer vergeten en we genieten van de mooie dagen in mei. Hoe anders is de start van het seizoen dit jaar. Al verschillende vluchten met oost in de wind en mooi zonnig weer. Duivenweer! Het is echt genieten. Zo beroerd veel vluchten verliepen met veel regenbuien, uitgestelde en teruggezette vluchten, zo lekker gaat het nu. 

Gaan de temperaturen richting de 30 graden, dan wordt er weer geklaagd dat het te warm is voor de duiven. We zijn immers Nederlanders en die hebben het altijd over het weer. Op veel hokken voelt het benauwd aan en de duiven willen de laatste dagen voor inkorving niet meer eten.  De maïs en de peulvruchten blijven in de bak liggen en de liefhebber vraagt zich af, of de kwaliteit van het voer wel deugt. De maïs wordt nog eens van alle kanten bekeken…de twijfel groeit. Terecht?

De stofwisseling.

Nou ik weet niet of u in de zomer bij 30 graden wel eens een oliebol eet met stamppot boerenkool na…. Ik in ieder geval niet. Waarom niet? Omdat je daar al snel een heel erg vol gevoel van krijgt. Veel te vet en veel te machtig. We eten dan liever wat salade en verse groenten. Lekkere lichte kost. En bij onze duiven is het ook al niet anders. Als het koud is, trekken wij  een jas aan. Duiven kunnen dat niet. Zij hebben ook behoefte aan meer warmte en dat zit vooral in maïs (polysacharides). Een beetje vetrijker voer is ook welkom en ze voelen zich weer happy in het hok. Als het erg warm is, trekken wij de korte broek aan en duiven hebben dan ook andere behoeftes. De stofwisseling verandert en de behoefte aan zwaar verteerbaar eiwit en koolhydraten die veel warmte geven vermindert sterk.

Maïssoorten.

En toch hebben onze duiven maïs nodig op de vluchten. Goeie maïs. En dan vertelt me  ergens op een feestelijke gelegenheid een zeer goede duivenmelker, dat  hij ergens in het buitenland mooie zwarte maïs heeft gekocht. Met veel meer suikers erin. Ik zeg even niks. Hij kijkt me vragend aan en verwacht natuurlijk een antwoord. Ik zeg: ”ik weet het. Als je lang wacht wordt alle maïs zwart”. Dat is lachen aan de tafel met duivenmelkers. Maar daar gingen ze natuurlijk niet mee akkoord. Ik zal nog maar eens een poging doen. Mais bestaat voor 10% tot 13% uit vocht, 8% tot 10 % eiwit, 4% tot 6,5% vet (meestal niet hoger dan 4,4%), rond de 2% tot 3% aan ruwvezels, 1,2% ruw as, 0,2% fosfor en 0,1% calcium.  Tellen we dat allemaal eens op, dat komen we op 28% tot 32%. De rest zijn suikers en zetmeel. Dat zijn er dus zoiets als 68% tot 72%. Waar hebben we het dan over. 100% is 100%, meer is er niet. Daar komt bij dat de voedingswaarde van goede gele maïs, die vele jaren lang in laboratoria gekweekt is voor voeding van landbouwdieren,  daarom waarschijnlijk hoger is. Ik heb tenminste nooit geen varkensvoer of koeienvoer gezien die bestond uit zwarte mais.

Maar de vraag van de liefhebber op dat feestje gaf toch even aanleiding tot het doen van wat laboratorium onderzoek. Bij de maissoorten kwam het laboratorium uit op de volgende waardes: Zwarte mais: ruw eiwit: 8,66%, ruw vet: 4,8%, vocht: 12,3%, ruw as; 1,17%, Ruwvezel: 2,2%, Koolhydraten: 70,44% waarvan 8,85% snelle suikers.

Dan de gele Cribs mais uit Bayern: ruw eiwit: 7,3%, ruw vet: 4,4%, vocht: 12,7%, ruw as: 1,36%, ruw vezel: 2,8%, koolhydraten: 71,43% waarvan 6,9% snelle suikers. De zwarte mais heeft iets meer eiwit en iets meer vet, de gele cribs mais iets meer geleidelijk opneembare koolhydraten., waar duiven langer een hogere snelheid kunnen aanhouden. Genoeg cijfers.

Anders voeren bij heet weer.

We moeten dus nu alleen nog zorgen, dat de duiven de juiste voeding binnenkrijgen en bij hoge temperaturen. Niet als het een paar dagen warm is, maar wel als het langdurig heet weer is.

Verstandig is het een mengeling samen te stellen met een laag maïspercentage, (mais geeft warmte) een niet te hoog peulvrucht percentage, maar met wel  een redelijk hoog vetpercentage. Deze licht verteerbare mengeling geven we in het begin van de week. De gewone zuivering is daar niet geschikt omdat die te mager is in deze tijd van het jaar. Een deel vliegvoer erin levert nog te weinig energie op en snel een te hoog percentage aan maïs.  Wat nu? We moeten het dus zoeken in mengelingen als: super dieet, super energie, super start met hooguit 5% tot 7½% maïs.  Dat voeren we de eerste helft van de week. De laatste 2 dagen voor de vlucht krijgen de duiven weer volop vliegvoer met veel maïs erin + energiemengeling, eventueel aangevuld met pinda´s, hennep en witte rijst. Die rijst is dan weer welkom om het nodige aan vocht vast te houden. De duif verbruikt immers veel vocht per vlieguur.

Ik heb een flink aantal jaren met veel plezier voor het internetblad WINNING geschreven van Steven van Breemen. Ik heb daar destijds eens een Winning Hot Race Mix gemaakt.  Liefhebbers die zelf hun voer willen samenstellen, konden de mengeling zelf namaken. De inzichten over voeding zijn de laatste jaren wel flink veranderd. De mentaliteit en hebzucht van sommige fabrikanten helaas ook. Zonder te weten waarom het nou eigenlijk precies gaat, worden mengelingen nagemaakt. Zodoende kan ik geen vernieuwde samenstelling meer vrijuit afgeven.  Jammer, maar het is niet anders.

De week ziet er dus ongeveer zo uit:

Na thuiskomst: Energie mengeling . Maandag en dinsdag: super dieet, super energie of super start.

´s Morgens 10 gram per duif en ´s avonds tot 2 op de 10 duiven hebben gedronken op de midfond en 3 op de 10 op de dagfond. Woensdag en donderdag (inkorfdag) : ½ Vliegvoer + ½ Energiemengeling en wat pinda´s , al naar gelang de zwaarte van de komende vlucht. Donderdagmiddag 2 tot 3 uur voor inkorven snoepzaad  met 20% witte rijst.

Op deze manier kunnen we tijdens een hittegolf de duiven toch goed aan het eten houden en krijgen ze de juiste opbouwstoffen binnen. De duiven zullen zo op het juiste moment de maïs voorgeschoteld krijgen en er voldoende van eten.  De geleverde eiwitten zijn voor het grootste deel nu veel lichter verteerbaar en beter opneembaar. Dat is van groot belang onder dergelijke temperaturen. De vetzuren bevatten meer omega 3 door toevoeging van hennep en ook dat is het juiste antwoord op deze omstandigheden.

Warme landen.

Ervaringen zijn er te over. Ik heb op deze wijze mensen begeleid in Zuid Afrika, Taiwan, Australië, Nieuw Zeeland, Brazilië, Mexico,  India, Thailand, de Canarische Eilanden en Californië. Ook weer dankzij WINNING, wat een internationale impact had.  Natuurlijk zijn er ook vele andere mogelijkheden, maar dit is er eentje die het zeker zal doen.

Veel succes ermee.

Willem Mulder