24-05-2023 De tweede helft voor jonge duiven. (Willem Mulder)

Als ik nu naar de training wedstrijden van de Eredivisie kijk op TV, dan valt het op dat het thuisvoordeel minder is geworden. Publiek speelt toch ook echt een belangrijke rol. Het zorgt voor sfeer en voor meer motivatie van de spelers. Het is te hopen dat er snel een goed werkend vaccin ontwikkeld wordt, want ik vind er zo niks aan. Gemotiveerd worden tot hogere prestaties is ook een thema voor onze jonge duiven.  

De eerste jonge duivenvluchten liggen al weer achter ons en vele duiven zijn al weer weg. Dat is elk jaar opnieuw het geval. Duiven die niet gezond waren en duiven die geen goed kompas hebben, zien we niet meer terug. Niet alle jonge duiven kunnen ook goede postduiven worden. Het is niet de bedoeling dat ze met de post thuisgebracht worden. We zien de verliezen na de eerste twee vluchten vaak duidelijk verminderen. Pochen dat je jonge duiven het zo goed doen is link. Waarom? Omdat de jongen vandaag naar het schijnt de hele wereld aan kunnen en de volgende dag zitten ze als zoutzakken in het hok. Je moet dus ook een beetje geluk hebben met de jongen.

Doe eens gek.

De conditie is er meestal wel. Het gaat er vooral om de motivatie op te voeren. Hoe kun je dat doen? Wij hebben wel eens een oude fiets in het jonge duivenhok gezet. Daar kijken ze eerst heel raar, tegenaan, maar op een bepaald moment wil er een duif op het zadel zitten en een duif op het stuur. De anderen willen dat dan natuurlijk ook en zie daar….

Schoenendoos.

Je kunt ook een paar oude schoenendozen pakken en daar een opening in maken. Broedschotel er onder en klaar. Of van die kleine houten wijnkistjes… Daar willen ze dan ook allemaal in. Toen ik bij verschillende liefhebbers op bezoek ging, viel mij vaak op, dat er veel te veel schapjes of nestbakjes dan jonge duiven in het hok waren. Als de jonge duiven niet wilden vliegen, vroeg ik waarom. “Ja, er zijn een hoop jongen weg of een aantal opgeruimd” was vaak het antwoord van de liefhebber. …

Maar ja, als er een dominant doffertje een ander nestbak of schapje bij wil hebben, gaat die andere duif gewoon ergens anders zitten. Ruimte zat. Zo krijg je geen motivatie.

Motivatie.

Maar als je de jongen wilt motiveren, maak dan na een vlucht de nestbakjes dicht van duiven die wegblijven. Stel je hebt nog 30 jonge duiven in het hok. Dan kun je b.v. 29 schapjes en of nestbakjes open hebben staan. Een te weinig. En dat geeft onderlinge strijd en dus motivatie om op tijd thuis te komen. Als de jonge duiven op schapjes zitten, kun je ook een paar schapjes verplaatsen op de dag voor inkorven. Daar willen ze ook allemaal op zitten. Ook dat motiveert om vroeg thuis te komen.

Spelen op de deur.

Als de jonge duiven wat ouder worden ontdekken ze dat er twee soorten duiven zijn. Mannetjes en vrouwtjes. En vanaf dat moment wordt het lastig de duiven lang te laten trainen. Een aantal krijgt verkering en er komen een paar op eitjes etc. De belangstelling voor het trainen verdwijnt want de duifjes zijn verliefd. Je kunt de jonge duiven ook scheiden op twee afdelingen die zich naast elkaar bevinden. Dat zorgt ervoor dat de duiven door de week veel beter gaan trainen. Op de inkorfdag gaat de tussendeur open en zijn ze weer samen. De motivatie is dat het weerzien van de geliefden aan de andere kant van de deur, als je daarvoor de mogelijkheden hebt. Maar het is natuurlijk ook weer extra werk, alhoewel, de duivinnetjes kunnen ook met de oude duivinnen trainen.

Heet weer.

Als de temperaturen de lucht in gaan,  moeten we de luchtvochtigheid in de gaten houden. Het is zeer belangrijk om dan de wanden te besproeien met water of natte dweilen neer te leggen of een emmer water in een leeg broedhokje te plaatsen. Rode keeltjes moet ten allen tijde voorkomen worden anders is het gedaan met de prestaties. Meten is weten, dus ik zou willen adviseren om een luchtvochtigheidmeter op het hok te plaatsen. Staat de meter tussen de 60 en80, dan hoef je je geen zorgen te maken. Maar in een warme zomer gaat de meter zomaar naar de 40 of lager. Houd dat goed in de gaten.   

Zuurstof.

Velen menendat duiven niet tegen warmte kunnen.Ik denk dat ze beter tegen warmte kunnen als wij. Het probleem is meestal te weinig zuurstof. Veel hokken zijn te dicht of hebben een slechte verluchting. Daardoor willen de jongen niet vliegen. En als ze niet willen vliegen, willen ze ook niet of slecht eten en dan is de cirkel niet rond. Ik ben voor jonge duiven daarom een groot voorstander van “het open doos systeem”. Wat houdt dat in? Dat is een hok waarvan de nok dicht is of waarvan de schuiven helemaal dicht zijn. Aan de voorkant een open raam die minstens 1/3 deel is van de vloeroppervlakte. In het raam geen glas maar volièregaas. De lucht kan dan alleen door het raam naar binnen en gaat er daar ook weer uit. Zo heb je altijd een fris en zuurstofrijk hok. Zorg dat alles goed is afgesloten en dat de binnenkomende lucht alleen weer via het raam naar buiten kan. Simpel en zeer effectief. Boven het raam een spoetnick of een opklapbare klep, waar de duiven naar binnen kunnen, om regen in het hok te kunnen voorkomen. Voor de nacht een raamwerk met windbreekgaas. Die plaats je dan ’s avonds om vliegen in het hok te voorkomen en om de wind af te remmen. De volgende morgen kan dat raamwerk dan weer opgeborgen worden.

Automatische verluchting.

Heb je ook nog automatische verluchting in het jonge duiven hok, dan kun je die op stand 1 zetten. De schuiven kunnen dan open omdat de nok dicht is en de lucht kan zodoende nooit via de nok naar binnen vallen. De lucht gaat er via de “schoorsteen” uit. Zo heb je zelfs bij windstil weer een goede verluchting. Zeker aan te raden als je hok wat ingebouwd staat.  Pas wel op dat je de verluchting niet te hard zet, want dan kan het koud worden in het hok en is het gedaan met prestaties.

Voedingsfouten.

Als de jonge duiven super gaan trainen op woensdag en donderdag, dan ben je misschien blij. Het kan echter ook zo zijn, dat ze dan daarna slechter gaan eten en teruglopen en bij het inkorven zijn ze eigenlijk al over de top. Met alle gevolgen van dien zoals te laat in de klok, vermoeidheid en scherpe duiven als het zwaar was. Dat kunnen we scharen onder voedingsfouten. Het zijn niet uw duiven die het niet aan kunnen, het is de liefhebber, die bang was dat de duiven voor de komende vlucht en die te veel voer en of bijproducten gaf.

Anders voeren bij heet weer.   

We hebben al flink wat heet weer gehad en je weet nooit van te voren hoe het er volgende week uit gaat zien. Mocht het weer bloedheet worden, dan is het verstandig het voerplan aan te passen. Duiven eten bij heet weer niet graag erwten, bonen en mais. Mais bevat ongeveer 70% koorhydraten. Deze bestaan vaak uit vele duizenden soorten polysachariden, die niet alleen energie geven, maar ook warmte. Wij trekken bij 30 graden ook geen jas aan en dat doen de duiven ook niet graag. Daarom blijft de mais liggen. Als het langdurig heet weer is, is het verstandig over te gaan op een “heet weer schema”. Wat houdt dat in? Dat is een voerschema, waarbij je een voer geeft met heel weinig mais, zoals b.v. Zuivering, Recup of Start. De laatste 2 dagen voor inkorven half Vliegvoer met half Energy voer. Bij zware vluchten kun je het vetgehalte verhogen door de duiven enkele pinda’s per dag te geven. Drie pinda’s is 1 gram vet. Zo komen de duiven niet snel een tekort aan de benodigde energie.  

Voorzichtig met bijproducten.

De vluchten voor jonge duiven zijn vaak wat korter dan die van de oude duiven. Het is daarom verstandig met beleid om te gaan met dierlijke eiwitten en olie over het voer. Daardoor kan ammoniakvorming ontstaat met alle gevolgen van dien. Dan wordt het borstvlees blauw van kleur. Te veel van het goede, te veel duiven op het hok zodat er te weinig zuurstof is… geeft ook hetzelfde resultaat. Elektrolyten zijn bij heet weer natuurlijk wel welkom en ook goede natuurlijke producten die de gezondheid kunnen verbeteren. Te denken valt aan b.v. pro en pre-biotica, producten die de pH waarde verlagen.

Waarom gerst of paddy?

In een goed jonge duivenvoer zien we graag een aardig aandeel gerst of paddy. Is dat nodig vragen velen zich af. Gerst en paddy zijn beide licht verteerbaar en de darm moet altijd goed in werking zijn. We noemen dat de darmperistaltiek. Vooral voor jonge duiven is dat belangrijk. Zo blijft de darm actief en is de kans op darmziektes een stuk kleiner. Ook worden de voedingsstoffen die in het voer zitten daardoor veel beter opgenomen. Je verlaagt dus hiermee de voersnelheid. Dat voorkomt dat er eiwitten te snel door de darm gaan. Eiwit wat niet wordt benut, wordt opgegeten door “mee-eters”. Dat zijn de pathogenen en dat willen we toch voorkomen?  Als je elke dag maar oud brood en voedingsresten buiten de deur gooit, krijg je ook muizen en ratten die dat opruimen. Zo moet je het maar ongeveer zien.

Darmwerking.

Hoe werkt dan de darm van de duiven? Met een goede darm peristaltiek bedoel ik de werking van de darm. Een darm is eigenlijk een soort flexibele buis met kleine gaatjes. Als die buis gevuld in het een vloeistof en ik knijp in die buis, dan komt het vocht uit die gaatjes naar buiten. Doe ik dat 10 keer per minuut, dan komt er veel meer uit dan wanneer ik dat maar 3 keer per minuut doe. Zo wekt ook de darm. Een goede darmwerking geeft veel meer goede voedingsstoffen af aan het bloed. ( door die minuscule gaatjes dus).  

De inkorfdag: Boarding Mix.

Het is een mythe, een overlevering van vader op zoon,  dat je op de inkorfdag paddy of zilvervliesrijst moet geven bij warm weer. Paddy heeft 10% vezels. Die moeten verteerd worden. Ook zilvervliesrijst heeft al 6,5% vezels. Dat kost vocht vanuit het systeem van de duif. We willen echter precies het omgekeerde als het warm weer is. Daarvoor heb ik juist de Boarding Mix met heel veel gepolijste rondrijst ontwikkeld. De rondrijst bevat slechts 0,6% vezels en neemt veel vocht op. Dat is voor jonge duiven heel erg belangrijk. Je kunt natuurlijk ook zelf rijst aan je energiemengeling toevoegen. Het liefst sushirijst of pap kokende witte rijst Ongeveer 3 tot 4 delen energievoer + 1 deel rijst. Elektrolyten zijn ook goede vocht vast houders. Ze bevatten minerale zouten en meestal ook suikers. Bij warm weer zou ik willen adviseren twee dagen voor inkorven elektrolyten te verstrekken in het drinkwater of over het voer. Het kan ook nog op de inkorfdag ( in het drinkwater). Neem dan de drinkbak een uur na het voeren weg en vul die met gewoon water. Van die suikers kunnen duiven n.l. dorst krijgen en zo kunnen ze nog weer gewoon water opnemen.

Veel succes met de laatste loodjes.   

Willem Mulder.